Column: voetbalsjaaltjes en het excuusmechanisme
Een stuk over voetbalclubsjaaltjes. En de overeenkomst met het ´´excuusmechanisme´´ bij vrouwen, en sommige mannen.
Als je ongeveer een half uur van te voren bij een wedstrijd aan komt, wat doe je dan? Munten halen en dan wat te snaaien of te drinken scoren. Of vast gaan zitten en vervolgens een beetje dom om je heen gaan kijken.
Nee. Je kunt ook even de merchandise winkel induiken. Dat deden wij ook, alweer bijna een jaar geleden voorafgaande aan De Graafschap-PEC Zwolle op een zaterdagavond in augustus. Nou ja, ´´merchandise winkel´´. Vaak mag het geen winkel of shop heten. Het begint met de verkoop van sjaals en petjes vanuit de kofferbak van Tinus de terreinknecht. Naarmate het assortiment verder groeit komt iemand op het briljante idee om de verkoop vanuit de kantine te gaan doen. In beheer van de supportersvereniging. Maar met vette mayo handen die clubsjaals afrekenen, dat is niet ideaal. Bovendien wordt de rij voor de patat en de biertap dan te lang. Vervolgens wordt het verkooppunt een 3e hands marktkraam. Of een afgeschreven frietkot. En op de iets hogere voetbalniveaus zijn het al gepimpte tuinhuisjes. Geschilderd in de clubkleuren natuurlijk.
Totdat de club op een nog hoger niveau komt te spelen. Dan is het uit met de pret voor de supportersvereniging. Onder het mom van ´´huisstijlbewaking´´ en ´´professionalisering´´ pakt het bestuur de verkoop van alle merchandise artikelen af en gaat de verkoop in eigen beheer doen. En de kasstroom van supportersartikelen vloeit vanaf dat moment ook in de algemene kas en niet meer in die van de supportersvereniging. Voilà, de eerste rel tussen bestuur en supporters is geboren.
Hoe het bij De Superboeren uit Doetinchem momenteel zit dat weet ik niet. Wel duidelijk is dat je de merchandise winkel ook echt een winkel kan noemen. Het zit in het stadion zelf, professioneel ingericht. Die winkel heeft op stadion De Vijverberg zelfs een naam. “De Graafshop´´. Prachtig.
Bij binnenkomst van de winkel overvalt mij een bekend gevoel. Ik herken het en probeer het af te remmen. Maar het is al te laat. De beloningsreceptoren in mijn hersenen maken overuren. Het is het gevoel van ´´overal de kleuren van jouw club´´. Ken je dat? Dat gevoel van ongegeneerde hebberigheid zonder enige rem. Dat gevoel van ´´die pet wil ik, die sjaal wil ik, en die ook en die ook, weet je wat ik koop gewoon alles´´. Bij thuiskomst afkeurend gadegeslagen door het thuisfront (´´en je had al 10 sjaals!´´). Maar goed, die van het thuisfront die hebben in de meeste gevallen geen enkel recht van spreken. Want zij hebben hetzelfde. Alleen dan met schoenen. Dusss….
De AGOVV Apeldoorn sjaal draag ik nooit meer, die is noodgedwongen met vroegpensioen gegaan en hangt nu bij mij thuis in de hal. Een gewone sjaal kopen vond ik te burgerlijk, ik heb ook geen sterke voorkeur voor één bepaalde Apeldoornse amateurvereniging en ik weigerde al helemaal een sjaal te kopen van een andere BVO. Na het faillissement van de BVO in Apeldoorn heb ik het verbitterd en eigenwijs 2 jaar lang in de winter zonder sjaal gedaan. Hoe koud het buiten ook was. Nu mag het van mezelf wel weer, zo´n clubsjaal om de nek.
Het excuusmechanisme is al in werking gezet in mijn hoofd. Ik heb er al snel eentje gevonden. En dan bedoel ik niet de sjaal, maar het excuus. “De Graafschap is een heel sympathieke club´´. Klinkt goed, excuus goedgekeurd. Daarna vind ik de juiste sjaal ook. En hij is ook best mooi. Met grijs, zwart, wit en een beetje blauw. Nog een mooi koopexcuus want dat past praktisch overal bij. Volgens de mevrouw bij de kassa is er vandaag een actie. Ze kosten nu maar 5 euro. Wat?! Het gevoel van hebberigheid slaat weer toe. Even schiet het door mijn hoofd: mooi, dan koop ik er 2! Met veel moeite sleep ik mezelf -al achteromkijkend als een verwend blaag- naar buiten.
Er is nog niet eens afgetrapt voor de wedstrijd maar een aantal dingen zijn nu al zeker. We zijn niet voor een bepaalde club vanavond. Er gaan dus geen punten meer mee terug naar Apeldoorn. Maar wel een sjaal. En ook de nodige petjes als ik zo om me heen kijk naar de mede-Apeldoorners.
En dat is meteen koopexcuus numero drie. Want de petjes waren duurder dan de sjaals. Ik heb mezelf dus geld bespaard!
Mijn avond kan nu al niet meer stuk.